Drijvend vissen op karper; Verdekt zit ik onder een grote overhangende wilg, mijn zintuigen tot het uiterste gespannen, terwijl een dikke karper mijn korst benadert. Schuin hangend in het water brengt hij zijn grote toeter tot onder de korst, het kan nu elk moment gebeuren. Ik probeer mijn versnelde hartslag onder controle te krijgen, maar die wordt alleen maar hoger wanneer ik zie hoe de korst door de karper naar binnen wordt gezogen. De Krullen worden uit de lijn getrokken, het moment van de waarheid is bijna daar! Ik richt mijn hengeltop richting de verdwijnende lijn, maar op het moment van aantikken zie ik het verzopen stuk brood weer naar boven komen, shit!
Door Arnoud Terlou; Bron: Beet magazine
Drijvend vissen op Karper
Het drijvend vissen is naar mijn mening de spannendste en meest zenuwslopende manier van karpervissen. Zeker bij de karpervisserij onder de kant waar de afstand tussen de karper en de karpervisser zelden meer dan 5 meter bedraagt, vaak zelfs minder dan een meter!. Een groot deel van de karpers die ik op de korst heb gevangen, pakten het brood vrijwel letterlijk onder mijn voetzolen vandaan. Een karpervisserij die niet voor iedereen is weggelegd en vaak het uiterste van concentratie vergt.
Leerzame manier van drijvend vissen op Karper
Geen visserij voor hartpatiënten dus, maar een zeer boeiende visuele manier van karpervissen die je veel leert over het gedrag van karpers. Een visserij waarmee ik ben opgegroeid en de ervaringen die ik daarmee heb opgedaan komen nog steeds van mijn pas in mijn huidige karpervisserij.
Alhoewel op veel karperwateren de broodkorst nog altijd een prima karperaas is voor de oppervlaktevisserij, kan het toch noodzakelijk zijn om naar andere aassoorten en manieren van vissen te grijpen.
Op druk beviste karperwateren weten de karpers het klappen van de zweep en een broodkorst wordt meestal argwanend bekeken, zeker op open stukken water. Op rustige stukken van het karperwater, waar veel dekking is in de vorm van overhangende bomen, plantenbedden of drijfvuil, willen karpers nog wel eens een korst in de ochtend of avondschemering pakken, maar doorgaans wordt een korst wantrouwig benaderd en zelden gepakt.
Het gebeurd vaak dat de korst weer even snel wordt uitgespuugd, een gefrustreerde karpervisser achterlatend. Als je dan ook nog eens tientallen uiterst irritante eenden, koeten en meeuwen tegenkomt die het voorien hebben op je korst, mag duidelijk zijn dat het vissen met de broodkorst beperkingen heeft. Is het drijvend vissen op dit soort karperwateren dan helemaal onmogelijk? Gelukkig niet!
Vissen met drijvende hondenbrokken en kattenbrokken
Het vissen met drijvende honden en kattenbrokken kan dan een uitkomst bieden, en biedt bovendien een groot aantal extra voordelen boven de good old broodkorst. Karpers zijn gek op honden -en kattenbrokken, zeker als er ook wat langer mee wordt gevoerd. Drijvende honden -en kattenbrokken hebben niet de individuele aantrekkingskracht van een broodkorst. De vaak onweerstaanbare attractie voor karpers gaat uit van veel kleine drijvende aasjes op een beperkt oppervlakte zodat ze zich zonder veel moeite kunnen volvreten. Bovendien vinden karpers de hartige brokjes met vis of dierlijke smaken gewoon lekker, onweerstaanbaar lekker zelfs!
Genoeg Keuze
Drijvende hondenbrokken en kattenbrokken zijn in legio soorten en smaken te verkrijgen in dierenspeciaalzaken en de supermarkt; en de karper lust ze allemaal!. Maar ze zijn lang niet allemaal geschikt voor karpervisserij. Veel van de harde brokken vallen in het water binnen no time uit elkaar, anderen zijn zo klein en licht dat ze nauwelijks op afstand zijn te krijgen. De beste brokken zijn die brokken die sponzig in het water worden. Niet te klein en toch compact van form zodat ze met een katapult of werppijp op enig afstand kunnen worden geschoten.
Het voorweken van de brokken
Een broodkorst is simpel op de karperhaak te bevestigen maar bij de honden- en kattenbrokjes gaat die wat lastiger. Om ze op de haak te kunnen steken moeten de brokjes eerst worden voorgeweekt met water. Niet teveel anders worden de brokjes te zacht, ze moeten zo taai mogelijk zijn. Een simpele methode is als volgt. Doe wat brokken in een grote pastic zak en vul de zak met wat water zodat alle brokjes onder water liggen. Laat het water enkele minuten intrekken en giet dan al het water weer af. Vervolgens wat lucht in de zak blazen, dichtknopen en enkele uren laten staan. Wel even regelmatig omschudden. Je zult merken dat de brokjes daarna taai en sponzig zijn. Ze zijn nu wat zwaarder geworden en beter op afstand te krijgen.
Controllers / Dobbers
Omdat deze brokken over het algemeen erg licht zijn moet je, wanneer je wat verder uit de kant wilt vissen, extra werpgewicht op je lijn hebben. Je kan hiervoor een zogenaamde controller voor gebruiken, oftewel een voor verzwaarde dobber. Controllers zijn er in diverse soorten en maten. Drennan en Kevin Nash hebben bijv. goede controllers zonder antenne en Terry Eustace en met name Fox leveren hele goede controllers met antenne. Naar gelang de omstandigheden (wind en afstand) kies je voor een kleine lichte of juist grote, zware controller. De controller doet niet alleen dienst als werpgewicht maar ook als beetverklikker, wat wel zo handig is als jou brokje tussen tientallen anderen ligt en diverse karpers gulzig om zich heen liggen te happen. Bij controllers met een antenne is de aanbeet het duidelijkst te zien (de antenne klapt plotseling om), en genieten daarom mijn voorkeur, zeker bij wat grotere afstanden of een kabbel op het water.
De bevestiging van de Brokken
Het simpelst is om een brokje (of twee) op de haak te schuiven tot op het oog ervoor zorgend dat zoveel mogelijk vand e haakbocht vrij blijf. Belangrijk is om een kleine, liefst zo licht mogelijke haak te gebruiken zodat het brokje zo natuurlijk mogelijk in de waterspiegel hangt.Doorgaans gebruik ik haken in de maten 8 tot soms zelfs zo klein als 12. Goede, lichte en sterke haken met een wijde bocht.
Je kunt ook met harde brokjes op de haak vissen en soms gaat dat nog veel beter. Voordeel is dat het brokje meer drijfvermogen heeft, waardoor het haakaas minder onnatuurlijk in de waterspiegel hangt en nauwelijks van de andere brokjes te onderscheiden is. Met behulp van speciale bait-elastiekjes gaat dat heel gemakkelijk. Zet het elastiekje vast op de haaksteel, doorboor het brokje met behulp van een boilieboortje, haal het elastiekje door het brokje, stoppeltje en klaar is Kees. Als het goed is, zit het brokje nu strak tegen de haaksteel geklemd.
Billieboys
Wanneer ik een groot aantal karpers heel gulzig aan het azen kan krijgen vis ik zelfs met een kurken balletje, wat ik in de vorm van een brokje gesneden heb en vastlijm op de haaksteel. De karpers trappen er zonder pardon keer op keer in! Met deze methode wist ik eens op een mooie zwoele zomeravond op de Bosbaan, in nauwelijks drie uur tijd, maar liefst 16 karpers te vangen. En dat terwijl er nauwelijks een visje werd gevangen door de boilieboys! Het was bijna gênant om te zien hoeveel karpers ik voor me aan het azen had, die het ene na het ander brokje luid smakkend naar binnen werkten. Het moeten er meer dan honderd zijn geweest! Opvallend was dat de karpers die ik toen drijvend ving, geen enkel spoor vertoonden van een eerdere vangst. Een fenomeen wat ik vaker tegenkom bij deze karpervisserij -je vangt vissen die anders vrijwel nooit gevangen worden.
Heel belangrijk bij het drijvend vissen op karper met deze brokjes is geduld te hebben. Ga niet meteen vissen wanneer je een karper ziet azen op de gevoerde brokjes. Blijf doorvoeren totdat je meer karpers aan het azen hebt. Hoe langer je je kunt beheersen, hoe beter je kansen worden. Bereik je het stadium van voedselnijd, dan vang je gegarandeerd een aantal karpers kort achter elkaar. Het belangrijkste is om de karpers aan het azen te houden door regelmatig een handjevol brokken bij te schieten met een katapult. Vaak reageren ze op het geluid van de neervallende brokjes en beginnen direct wild om zich heen te happen en twintig brokjes zijn zo weg.
Vertrouwen
Karpervissers zijn gauw geneigd om te denken dat het toch geen zin heeft om drijvend te vissen. Niets is vaak minder waar! Karpers zijn niet alleen op parkvijvers en ondiepe poldersloten aan de oppervlakte te vangen, maar op veel meer wateren dan je denkt. Zijn ze in de vroege ochtenduren niet te zien of te horen (smakken, slurpen) dan wil dat nog niet zeggen dat ze niet omhoog willen komen wanneer er gevoerd wordt met honden -en kattenbrokken. Op veel wateren zie je de karpers op warme zomerdagen vaak lui in de oppervlakte liggen, vaak midden op de plas, weg van alle drukte. Lui liggen de boiliejongens op hun stretchers, bodemaas word niet aangekeken – de tijd om met drijvend aas aan de slag te gaan! Warme dagen (het liefst met weinig wind) lenen zich het beste voor deze spannende en actieve visserij maar vergis je niet, met name ook stille nevelige herfstdagen bieden goede kansen en ik heb zelfs karpers drijvend gevangen terwijl het grootste gedeelte van het water bedekt was met ijs!
Nog een laatste tip; azen de karpers nog sporadisch op de gevoerde brokken, presenteer dan eens een kleine broodkorst op dezelfde manier – toch weer die goede oude vertrouwde broodkorst!